“Alles wat ik niet kon uiten, kon ik verstoppen door te blowen”
Ik ben kind van twee ouders met een verstandelijke beperking. Daarom werd ik op mijn tweede al uit huis geplaatst. Na een tijdje werd ik voor twee jaar weer teruggeplaatst bij mijn ouders, maar dat ging niet meer. Hierna volgden meerdere pleeggezinnen en een kindertehuis. Toen ik negen was, kwam ik bij een vast gezin terecht waar ik op mijn vierde ook al een keer had gewoond. Vele ruzies later besloot ik op mijn zestiende dat ik kamertraining wilde gaan doen. Toen kwam ik voor het eerst in aanraking met roken en wiet. De eerste tijd kon ik me nog goed beheersen en ‘nee’ zeggen tegen de verleiding. Maar na een tijdje was ik toch erg nieuwsgierig naar de ‘hype’. Ik begon te blowen en voordat ik het doorhad kon ik niet meer zonder. Ook kreeg ik er een depressie bij.
Ik ben doorgeslagen met blowen omdat ik heel veel emoties in mij had. Alles wat ik niet kon uiten, kon ik verstoppen door te blowen. Daardoor kreeg ik een soort van mist over mijn hoofd heen waardoor ik niet hoefde te voelen. Het onderdrukte alles en dat vond ik fijn. Zo kon ik de dingen doen die ik moest doen. Ik voelde heel veel verdriet, woede en eenzaamheid als ik niet onder invloed was. Ik had het idee dat ik niet meer door kon gaan met het leven.
Op mijn 20ste ging ik voor een tijdje bij mijn moeder wonen. Mijn schulden waren te hoog geworden omdat ik drugs het allerbelangrijkst vond. Zolang ik kon blowen, vond ik alles goed. Mijn middel bleef belangrijker dan mijn schulden. Toen ik op mijn 22ste besloot om mijn verhaal openbaar te delen in de vorm van een documentaire vond ik het tijd om hulp te zoeken. De berichten die ik had ontvangen van mensen die zeiden dat ik sterk was hebben me hiervan overtuigd. Ik kwam terecht bij een psycholoog, die me doorverwees naar een verslavingsarts. Via hem kwam ik terecht bij mijn eerste kliniek. Hier voelde ik me niet op mijn plek, ik vocht nog teveel tegen mijn verslaving, maar dankzij deze kliniek ben ik in aanraking gekomen met Yes We Can.
Voordat ik naar Yes We Can kwam vond ik het moeilijk om van andere hulp aan te nemen. Bij Yes We Can heb ik gehuild, gelachen en gek gedaan. Ik kon mezelf zijn. Iedereen heeft wel iets meegemaakt wat jij ook hebt meegemaakt. Je staat niet alleen. Je kunt je gevoelens op tafel gooien zonder je ervoor te schamen. Je bent er voor elkaar door dik en dun. In de kliniek heb ik geleerd om van mezelf te houden. Niemand anders kan van je houden als je niet van jezelf houdt. Ondanks de ups en downs gaat het nu goed met me. Ik heb tijd om mezelf te vinden en te kijken wat ik wil doen en wat er bij mij past. Na een lange tijd sta ik weer positief in het leven.