Bewustwording en zingeving zijn twee belangrijke thema's voor mij. Bewust zijn hoe ik fellows benader, wat ik ze kan bieden, welke manier van contact maken helpt om verbinding tot stand te laten komen. Zingeving maakt het leven lichter en creëert voor mijn gevoel innerlijke rust. Het lukt me niet altijd, maar soms is er iets magisch.
De fellows die bij Yes We Can Clinics hebben gezeten de afgelopen jaren, zullen me vast al wel eens gezien hebben. Ik ben Daan, 34 jaar en inmiddels al vier mooie jaren counselor in de kliniek in Hilvarenbeek. Mijn grootste drijfveer is om bij te mogen dragen aan verandering in de levens van onze fellows. Dagelijks vind ik veel herkenning bij hen en probeer ik naar mijn beste kunnen te bieden wat ik zelf gemist heb: onvoorwaardelijkheid. In Dagboek van een Counselor neem ik je mee in mijn werk bij Yes We Can.
“Ik ben ooit dit werk gaan doen om vanuit verbinding iemand op weg te mogen helpen.”
Werkboektijd. Ik loop naar de lounge voor een espresso, ben gehaast. Zonder reden, maar zoals zo vaak. In de lounge zitten de ouders van een fellow. Ze vertellen dat Milan, oud-fellow van 2,5 jaar geleden, in de kliniek is om zijn verhaal te delen. De ouders vertellen enthousiast dat Milan mij als counselor had, en ze me dankbaar zijn. Ik voel me ietwat ongemakkelijk, zoals vaak bij een compliment. Dat is iets wat ik zelf lastig vind om te ontvangen. Ik bedank ze en vraag waar Milan is, een oud-fellow zien is namelijk altijd fijn.
Ik kan me de fellow goed voor de geest halen, een verlegen jongen. Leeg en onzeker zat hij in de groep. Hij bloeide gedurende zijn behandeling op. Milan stond bij de bekende blauwe banken in de hal en raakte erg geëmotioneerd toen hij me zag, gaf me een knuffel en vertelde trots hoe het met hem ging. Dat hij een Yes We Can meeting had opgezet in Hengelo en nu voorzitter was. Hij gaf aan dat hij nog vaak aan me dacht, naar me opkeek en sommige van mijn woorden vandaag de dag nog als mantra gebruikte.
Het hield me de dagen erna bezig. Het leven van fellows na de kliniek is iets onzichtbaars voor me; ik sta er niet vaak bij stil. Maar Milan werd voor even het gezicht van een fellow na zijn behandeling. Het zijn allemaal jongeren met ouders, school, werk en vrienden. Jongeren die een eigen leven leiden en voor hun herstel meetings bezoeken. Allemaal nog met hun eigen onzekerheden en overtuigingen. Ze zijn ooit de kliniek binnengewandeld met een gemeenschappelijke deler: hoop.
Op momenten zoals deze besef ik dat bewustwording en zingeving misschien niet eens doelen op zich zijn. Het zijn stille en ongrijpbare krachten die tot leven komen in een oogblik, een omhelzing en in het besef dat ‘hoop’ uiteindelijk altijd zijn weg vindt. Milan had de kracht en de magie om me, heel even, te herinneren waar ikzelf vandaan kom. Zonder dat hij zich daar bewust van was, liet hij me ervaren waarom ik dit werk ooit ben gaan doen: om vanuit verbinding iemand op weg te mogen helpen.